Iedereen die jaagt en jakkert, niemand heeft nog tijd
Voor de lol en de gezelligheid
Ze leven op de pil, de poeier en 't medicijn
Tot ze allemaal mesjokke zijn
Maar 't wordt carnaval
En je hoort weer overal
refr.
Bij ons staat op de keukendeur
't Is niet altijd rozengeur
En mijn vader schreef op het behang
Lekker is maar ene vinger lang
En op de deur van 't buffet
Daar heeft mijn moeder opgezet
En wat er bij ons ook maar gebeuren zal
We vieren altijd carnaval
Vader heeft weer ruzie met de chef van 't' fabriek
Moeder sukkelt met de encycliek
De buurvrouw van beneden heeft 'r weer een kleintje
bij
Want ze slaapt op d'r verkeerde zij
Maar 't wordt carnaval en je hoort overal
refr.